Dat in de verhalen uit het Jungle Boek van Rudyard Kipling genoeg avontuur zit, was voor Baden Powell meer dan honderd jaar geleden aanleiding deze te gebruiken voor de jongste padvinders, de welpen, en dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven. Vele filmmakers gingen met het verhaal aan de slag, waaronder uiteraard Disney, en in het verleden was het verhaal ook al in de Nederlandse theaters te zien. Dit seizoen neemt Theater Terra je mee naar de jungle, waar de jonge Mowgli opgroeit tussen de wolven.
De voorstelling begint als een man een grote kar het podium op trekt. Het blijkt een reizend acteursgezelschap, bestaande uit “de acteur”, een assistente en een manusje-van-alles. Het is de assistentie die met de suggestie komt om Jungle Boek te spelen, en zij neemt dan de rol van vertelster op zich. Deze dubbele laag van acteurs die acteurs spelen die rollen spelen keert af en toe terug: bijvoorbeeld als de rol van dikke, vette beer wordt toegewezen aan degene, die dat liever niet wil. Of later, als hij van de ‘acteur’ te horen krijgt: “ik doe de hoofdrol, jij doet de gordijntjes.” Een opmerking waarmee hij zijn collega uiteraard schromelijk tekort doet.
Het verhaal begint gruwelijk, als de tijger Shere Khan twee mensen doodt, al zorgt manier waarop dit verteld wordt, een poppenkastspel met stokpoppetjes, dat het niet met een bloedbad begint. De tijger blijkt echter een snackje vergeten te zijn, een mensenbaby, die wordt gevonden door de wolf Raksha. Zij voedt hem op als zijn eigen zoon, en als Shere Khan de baby alsnog probeert op te eten, verwondt zij de tijger aan zijn poot. De tijger zweert dat hij terug zal komen.
De meesten onder ons kennen het verhaal natuurlijk van de Disney-tekenfilm. De theatervoorstelling blijft dichter bij Kipling, al zijn er ook wat Disney-invloeden merkbaar, met name waar het de rol van Kaa de slang betreft en in de afsluiting van het verhaal. Er zijn ook wat nieuwe personages toegevoegd, meestal duidelijk herkenbaar aan namen die niet Indiaas klinken, zoals Grijsje, een jong wolvenwelp die dus het ‘stiefbroertje’ van Mowgli is, en de apen Bam en Ram.
De opgroeiende Mowgli en Grijsje zijn heel competitief. Hun leermeester Baloe, de beer, matst de jongen af en toe een beetje, maar Mowgli moet het toch altijd afleggen tegen zijn wolvenbroertje, die hem bespot. Als Shere Khan met behulp van de jakhals Tabaqui de jongen naar zich toe probeert te lokken, is het panter Bagheera die Mowgli vertelt dat de jongen de enige is die de tijger kan verslaan, met behulp van de rode bloem. Als Mowgli vervolgens alleen op zoek gaat, loert overal gevaar.
De voorstelling wordt gespeeld door een cast van drie personen, die alle rollen tot leven wekken. Meestal als personage, met een hoofddeksel, en wat attributen, soms als pop. Robin Ketelaers en Tom Di Scala hebben afgelopen zomer hun derde jaar bij de Frank Sanders’ Akademie afgerond en leveren met deze eerste professionele productie een uitstekend visitekaartje af. Ze zetten een prachtig scala aan verschillende rollen neer en weten uitstekend raad met het tot leven wekken van een pop, een vaardigheid die niet voor elk acteur is weggelegd. Sjors Arts gaat door met wat we hem vorig jaar bij The Wizard of Oz ook zagen doen: ons trakteren op heerlijke, kleurrijke figuren als Baloe. We zien hem ook lekker los gaan als de ultiem slechte tijger, wiens brul (flink voorzien van galm) je de rillingen over je lijf bezorgt.
Marc Veerkamp schreef deze uitstekende bewerking van het verhaal, waarin de emoties van Mowgli, met name dankzij het schitterende nummer “Twee Mowgli’s”, goed over het voetlicht gebracht worden. Er zit een behoorlijk tempo in, al is er ruimte genoeg om alle nieuwe karakters in het verhaal te kunnen laten bezinken. Alleen het bezoek aan de apen valt wat ongelukkig in het verhaal, al komt dat misschien ook omdat de anachronistische grappen in deze scène, hoe geestig op zich ook, gevoelsmatig niet helemaal passen. De hofleveranciers voor de muziek zijn opnieuw Fons Merkies en Laurens Goedhart, die wederom voor een stel pakkende songs hebben gezorgd en waarvan te hopen valt dat we ze ook via de bekende muziekkanalen kunnen gaan terugluisteren.
Theater Terra staat als sinds jaar en dag bekend om de creatieve vormgeving, vaak met minimale middelen. De prachtige kar voelt daarmee bijna on-Terra aan, maar door de dubbele laag - het zijn acteurs die het vervolgens weer met beperkte middelen doen - maakt het toch weer vertrouwd. Doeken, schaduwspel, kostuums van gebruiksvoorwerpen, ze worden allemaal weer gebruikt. Het meest geestige voorbeeld van het laatste: Tabaqui beweegt zich voort met twee krukken als voorpoten: een vette knipoog uiteraard naar de musical The Lion King. Kathelijne Monnens is wederom verantwoordelijk voor de totale vormgeving. Dus ook voor de mooie poppen van onder andere Grijsje (met zijn fascinerende ogen) en Mowgli.
Nostalgie naar vroegere scoutingjaren of heerlijke herinneringen aan de film. Ook voor volwassenen is dit een buitengewoon mooie voorstelling. Maar zeker ook voor kinderen (wel rekening houden met het advies 6+, gezien de duistere kanten van het verhaal) is dit een voorstelling om echt niet te missen. Je kunt, als je dat wilt, achteraf op de foto met twee mensen uit de cast. Genoeg redenen dus om snel te kijken of deze voorstelling in de buurt te zien is. Hij is te goed om te missen.