Na twee Kadanza-musicals, die qua script wel behoorlijk op elkaar leken, is er nu Unidamu. Geen kamp met concurrerende groepen dit keer, maar een fantasy musical, die terloops ook pesten aanstipt. In Nederland zal de gedachte bij deze omschrijving onmiddellijk naar het geflopte Sky gaan, maar Unidamu is beduidend minder ernstig van toon. Geloofwaardig is het verhaal geen moment, maar het biedt een geweldige kapstok voor een grote groep jongeren op het podium volledig los te gaan.
In een grijze wereld zonder muziek gaan Max (Junes Callaert) en zijn grotere broer Floris (Aaron Van Goethem)naar school. Floris is zeer gecharmeerd van de egocentrische Amy (Chloé Van Reeth), het mooiste meisje van de klas. Zij vormt echter voornamelijk één blok met de ‘lolbroek’ Niels (Mats Proost), die het heeft gemunt op Max, en hem pest. Ook de introverte studiebol Fien (Caitlin Lauwers) moet het wel eens ontgelden. Floris neemt het meestal op voor zijn broertje, maar als Amy hem voor het blok zet, helpt hij Niels om Max in de kast op te sluiten. De wat hysterische fysica-juffrouw Monica de Greyze (Sien Wynants), spottend Grijs Moniekske genoemd, kan het allemaal niet aan. Als ze uiteindelijk de opdracht geeft Max uit de kast te halen, blijkt hij verdwenen. De kast blijkt een toegang tot een andere wereld, Unidamu, een prachtige wereld, waar gepeste kinderen geen last meer hebben van pestkoppen, geleid door de volwassen Elvis (Herman Verbruggen). Max vind het prachtig, ontmoet de vreemde Sterre (Merel Wagner), maar als hij merkt dat de poort maar één kant op werkt, en hij dus niet meer terug kan naar ouders en broer, is deze wereld toch wat minder mooi. Hij weet te achterhalen hoe de poort werkt, en haalt zo zijn broer op, die door Elvis wordt gezien als één van de pestkoppen. Maar niet alleen Floris komt door de poort. Zal het Max lukken terug te keren naar de gewone wereld?
De cast heeft twee volwassen rollen, gespeeld door bekende Vlamingen. In goede Ketnet-traditie zijn dit vrij aparte personen, en wordt er, vooral door presentatrice Sien Wynants, stevig overact. FC De Kampioenen-acteur Herman Verbruggen is als Elvis wat rustiger en serieuzer, wat ook bij zijn rol als hoeder van gepeste kinderen past. Bij de kinderen is zeker Junes Callaert als Max een supertalent. Hij acteert naturel, straalt zowel kwetsbaarheid als enthousiasme uit, en weet gevoel in zijn zangpartijen te leggen. De pesters zou je wel willen wurgen, dus in die zin spelen ook zij hun rollen goed, terwijl het lastig is geen zwak te hebben voor Fien. Waar het acteerwerk doorgaans wel goed is, is de zang niet altijd even perfect, maar mede door de strakke choreografieën en de energieke uitvoering is dat niet storend. Want wat komt er een energie van het podium af. De vele dansnummers, en zeker de finale met een megamix, met onder andere de twee Kadanza-nummers uit de vorige show, dwingen je bijna tot mee swingen.
Nog steeds wordt er geput uit de Junior Eurosong catalogus, maar niet alleen. Ook de Ketnet-band, en Studio 100 catalogussen worden geraadpleegd. Een beetje Spring-fan weet uit de synopsis wel één van de songs kunnen halen, die uiteindelijk is de slotmedley is beland, maar ook de Spring-themasong en Ruim baan (Mega Mindy) wordt (weliswaar met een andere tekst) gebruikt. Een paar songs zijn speciaal voor de musical geschreven, waarvan zeker Unidamu, een klassieke Studio 100 musicalsong van componist Johan van den Eede, er mag zijn.
Op het verhaal valt wel het één en ander af te dingen. Geloofwaardig is het script natuurlijk geen moment, en het probleem van het pesten wordt uiteindelijk wel heel gemakkelijk opgelost. Maar uiteindelijk is het wel een heel smakelijke kapstok voor ruim anderhalf uur enthousiasme en lekkere songs. Bij het verlaten van de zaal is je eigen accu weer volledig opgeladen.