Recensie

Vampieralarm in Rijen

In Rijen wordt dit weekend niet de dag, maar de nacht geplukt in de musical Carpe Noctem. Bestaan er vampiers, en is een meisje nog te redden als ze in de ban raakt van hun leider?

Een professionele voorstelling van Tanz der Vampire lijkt Nederland niet gegund. Joop van den Ende zou een hekel hebben aan de productie, met name dankzij de vampieren in de zaal. En dus is het voornamelijk Duitsland waar de voorstelling (nu echt voor het allerlaatst, aldus de folder) te zien is en was. Ook Vlaanderen kreeg de kans de vampiers te zien, maar Nederland. Nee.
Nou ja, nee is niet helemaal waar. Onder de titel Carpe Noctem was er in Veghel in 2004 al een amateurmusical te zien die als 2 druppels water op Tanz der Vampire leek, met de nu vrij bekende Richard Spijkers in de hoofdrol, en nu dus opnieuw, onder de artistieke leiding van dezelfde Richard Spijkers. No Nonsense speelt de voorstelling vanavond, en morgenmiddag en avond, in Cultureel Centrum De Boodschap in Rijen.
In het stuk maken we kennis met professor Abronsius, die op zoek is naar bewijs voor het bestaan van vampiers. Samen met zijn hulpje, de wat verlegen Alfred komt de wazige wetenschapper, na bijna bevroren te zijn geraakt van de kou, in een herberg terecht, waar naast kleding ook knoflook wordt gedragen. Terwijl de professor vooral oog heeft voor deze kleine witte bolletjes, ziet Alfred vooral de ronde vormen van Sarah,de dochter van de waard. Iedereen ontkent echter het bestaan van vampiers, of de aanwezigheid van een kasteel. Waar de waard zijn vrouw bedriegt met bediende Magda, blijkt hij ook zorgen te hebben over zijn dochter, die zo mooi is. En hij weet hoe mannen zijn. Zorgen die niet onterecht zijn. Terwijl Sarah flirt met Alfred, is ze vooral in de ban van graaf von Krolock, die haar graag tot een van de zijnen maakt. Op een nacht belazert Sarah Alfred en gaat ze richting het Krolock-slot, achtervolgd door haar vader, die vervolgens dood terugkomt. Met bijtwonden in de nek. Waar de dorpelingen nog wolven als daders aanwijzen weet Abronsius nu echt genoeg. Hij wil naar het kasteel, voor zijn bewijs en Nobelprijs. Alfred wil er maar 1 ding. Sarah terughalen. Dat dit een hachelijk avontuur zal worden staat wel vast. Het doorboren van het hart van Chagall met een staak was iets wat geen van beiden durfden. Iets wat Magda, toen ze afscheid kwam nemen van Chagall, snel merkte.
In het kasteel zijn Alfred en Abronsius zeer welkom. De graaf vleit de professor, en Alfred… Hij valt in de smaak bij de zoon van de Graaf, Herbert….

De groep heeft zich uitgeleefd op het decor, dat er geweldig uitziet. De herberg heeft wanden die in- en uitgeklapt kunnen worden, en waarmee dus zowel de binnenplaats als meerdere interieurs worden uitgebeeld. In de tweede akte zijn het vooral de wanden van het slot, die onder andere ook een bibliotheek vormen. Er zijn dan ook nog eens wat optische, professionele effecten toegevoegd. Het nadeel is dat er bij de grotere dansnummers weinig ruimte overblijft. In de herberg oogt het verder prima, maar als de dansgroep tussen de graven moet dansen zou je willen dat ze meer ruimte hadden gehad. Dan zou het nog indrukwekkender zijn geweest.
De kostuums ogen eveneens fraai,met als kroon op het werk uiteraard die van de vampiers: de on-doden uit allerlei tijdperken.

Wat vooral opvalt is het grote aantal spelers dat erg goed zingt. Alfred en Sarah vertolken de theatrale en bombastische nummers van Jim Steinman prachtig, en spelen hun rollen ook goed. Ook Von Krolock’s stem en prĂ©sence mag er zijn. Verder respect voor de manier waarop prefessor Abronsius zijn nummers zingt. Deze ware tongbrekers worden voor het merendeel uitstekend gezongen, en zijn over het geheel genomen nog redelijk te verstaan. De rollen worden voor het merendeel ook goed gespeeld, al zou het hier een daar een schepje meer lust in het spel mogen worden toegevoegd. Met name Magda en Herbert, die verder uitstekend worden vertolkt, kunnen nog wel een wat ranziger kantje gebruiken.

Wij zagen de generale repetitie, vanavond is de premiere. Wij werden voorbereid op de mogelijkheid dat iets nog niet helemaal goed zou kunnen gaan, met name bij decorwisselingen, en dat er dan onderbroken zou worden. Iets wat natuurlijk kan gebeuren en in dit geval ook gebeurde. Niets aan de hand verder. Als publiek moet je even wachten en weer doorgaan; het is vervelender voor de spelers dan voor het publiek, die het best snapt en verder alleen maar leuk vindt.

Carpe Noctem is een mooie regionale productie geworden, waar de makers zeker trots op mogen zijn. Sommige castleden hebben zo veel kwaliteiten, dat er meer in zit. Voor anderen is het hoogst haalbare bereikt. Meedoen op hun eigen topniveau, in een mooie productie. Met veel plezier spelen, en het publiek een leuke middag of avond bezorgen.

22 June 2012
Try-out
Rijen
De Boodschap
http://www.stichtingnononsense.nl/
carpe noctem, no nonsense, rijen, tanz der vampire, richard spijkers

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen