Eén van de meest bizarre musicals is ongetwijfeld Urinetown. Een musical waarin door het watertekort er niet meer thuis mag worden geplast, maar men verplicht naar openbare voorzieningen moet gaan. En dan ook nog eens tegen betaling van een fors tarief.
Het verhaal wordt verteld door Agent Knuppel en Kleine Eeftje, die meerdere keren uit het verhaal stappen: Knuppel als alwetende, en Eefje met haar scherpe vraagtekens. Als het verhaal een vreemde onaangename wending neemt, vraagt ze aan Knuppel “wat is dit voor musical?”. Het antwoord, een zeer geestige, mede dankzij de geweldige vertaling die Jurrian van Dongen van het stuk is gemaakt. Ondanks het rare onderwerp en de bizarre situatie kent het verhaal, met al zijn idioterieën en uitvergrotingen, met alle vreemde karakters, nog best spannende en ontroerende momenten.
In deze tijd van watertekort werkt Bobby Goud als assistent bij openbare voorziening 9. Bobby is nogal een dromer, in tegenstelling tot zijn baas, de strenge mevrouw Grijpstuivers. Als de vader van Bobby vanwege geldgebrek en wanhoop zijn behoefte buiten de voorziening doet, wordt hij gearresteerd door de twee agenten van het stuk, agent Knuppel, en agent Hoenderhok. Hij wordt afgevoerd naar Zeikstad, maar waar en wat dat is, dat weet eigenlijk niemand. De openbare voorzieningen behoren tot het bedrijf Pies in Harmonie, geleid door de geldbeluste Reinhart W Kleinhart, de dankzij steekpenningen iedereen in zijn macht heeft en zo steeds hogere prijzen kan vragen. Ook Dep van Valk, de gladde minister., vult zijn zakken, met in zijn hoofd de volgende studiereis naar Rio.
Als de dochter Lot Kleinhart terugkeert van haar studie om in het bedrijf van haar vader te gaan werken (in een fax/kopieerfunctie), ontmoet ze Bobbie. De twee zijn zielsverwanten, en Lot spoort Bobbie aan zijn hart te volgen. Maar als dat betekent dat hij zich tegen het betaald plassen gaat verzetten, zit Lot tussen twee vuren. ‘Haar Bobbie’ en haar vader. De situatie escaleert dan ook stevig.
Raygin Fullinck speelt de pittige rol van agent Knuppel. Af en toe horen we in hem de klank van René van Kooten (die de rol eerder speelde). Vooral in zang is hij sterk, al zijn is ook zijn interactie met Kleine Eefje de moeite waard zijn. Aan deze rol moet je als publiek altijd even wennen, het is tenslotte een grote meid die een kleine meid speelt, maar Valentina Tà³th nestelt zich als het veel te wijze kleine meisje al snel diep in je hart. Bram Limberger als Bobbie en Jorinde Haeser als Lot klinken beiden als een klok, en overtuigen in hun rollen. Sta op en loop is ook in deze uitvoering een kraker, en als hij als Bobby vanuit de hoogte op de opstandelingen neerkijkt, zorgt hij overtheatraal voor extra gelach in de zaal.
Twee bijrollen vallen extra op: We horen Rebecca de Beer hier noten halen, die de eerste professionele Nederlandse vertolkster van mevrouw Grijpstuivers niet haalde. En Stefanie Roland raakt als de moeder van Bobby alle juiste komische snaren.
Als geheel valt op dat deze betrekkelijk kleine groep niet alleen zuiver klinkt, maar ook nog een flink volume weet te produceren, alsof er nog 10 mensen extra staan mee te zingen. Qua acteerwerk valt er nog wel te groeien. Sommigen worden woorden ingeslikt of de teksten bijvoorbeeld zo snel uitgesproken, dat ze niet meer zijn te verstaan. Bij liedjes ontkom je daar soms niet aan, maar voor gesproken tekst mag iets meer tijd worden genomen.
Urinetown is dus sinds kort beschikbaar voor amateurvoorstellingen en daar wordt inmiddels gretig gebruik van gemaakt. Toch is het een niet te onderschatten voorstelling. Moeilijke muziek, en verschrikkelijk lastig om de juiste toon te vinden. Want hoe groots moet je dit absurde script spelen. Bij een professionele productie is dat vooral een regie-keuze, en dat leverde enkele jaren geleden zowel een prachtige M-lab voorstelling als M-lab toer op. Bij een amateurvoorstelling spelen de kwaliteiten van de mensen op het podium ook een grote rol. Dat beseffend is deze Urinetown zeker een aardige voorstelling geworden, en het bezoek een leuk avondje uit. Ook deze jonge groep maakt de liedjes een genot om naar te luisteren. De jonge creatives zou ik willen uitdagen bij een volgend project voor een duidelijk eigen visie op het stuk te kiezen, en dat consequent door te voeren. Natuurlijk is er dan het risico op een enorme uitglijder, maar hoort er ook gewoon bij de ontwikkeling. Deze Urinetown ziet er best goed uit, maar mist ook een stukje eigenheid.