Na een succesvolle eerste speelperiode is ‘Vergeet Barbara’ terug voor een tweede en laatste periode. In het Pop-up Theater van Puurs is nog tot en met twee juli deze feel good musical met liedjes van Will Tura te zien. De tribunes blijven voor deze voorstelling de gehele duur op hun plaats, maar het levert evengoed af en toe nog grootse momenten op, en met het decor worden wederom magische dingen gedaan, die zorgen voor een geoliede opvolging van scènes. Het belangrijkste is echter: het is een heerlijke, humoristische niets-aan-de-hand show.
Het repertoire van Will Tura mag in Nederland aan het grote publiek voorbij zijn gegaan. De enige top 40 notering haalde hij in 1980 met Hopeloos (nummer 10), en zodoende zou je hem zelfs een eendagsvlieg moeten noemen, al is de man al actief voordat er in ons land hitlijsten waren. Liefhebbers van het genre weten ongetwijfeld dat de man een grootheid is bij onze zuiderburen, en dat de keuze voor zijn liedjes als uitgangspunt voor een musical zeker geen vreemde keuze is.
Het resultaat is niet de zoveelste biografische titel met grotendeels inwisselbare elementen, maar een smakelijk familieverhaal dat zich afspeelt in de jaren zeventig. Gert Verhulst schreef met Tijl Douwe een verhaal over een kroegbaas, die jaren geleden zijn vrouw Elisabeth zag vertrekken, en met zijn middelste zoon Achiel de zaak runt. De andere twee zoons hebben ambities. Arthur wil doorbreken met zijn band, en Albert is een verdienstelijk wielrenner, die koersen zou kunnen winnen. Maar waar Arthur er vol voor gaat, is Alberts hoofd toch vooral bij zijn vriendinnetje Sissi, nota bene de zus van zijn grootste concurrent, zodat niet alle trainingsuren aan wielertraining worden besteed. Door het verhaal wandelt regelaar Raymond DeMol, die vriendelijk dingen regelt voor Arthur en Albert, maar toch vooral zijn eigen belangen dient. Als Barbara haar intrede doet wordt een hoop overhoop gehaald. Ze rijdt Achiel bijna aan, die vervolgens stapelverliefd op haar raakt. Maar het wordt ingewikkeld en extra chaotisch als Barbara doet waar ze voor is gekomen: haar vader, die niets van haar bestaan weet, vertellen dat haar moeder is overleden.
De kracht van de voorstelling zit toch vooral in de chemie tussen de hoofdrollen. Natuurlijk kennen Gert Verhulst (vader Willy) en James Cooke (Achiel) na jaren samen presenteren elkaar van haver tot gort. En Jelle Cleymans (Albert) en Jonas van Geel (Arthur) kennen elkaar al meer dan 20 jaar (en zijn in Vlaanderen samen ook een bekend zangduo). Er straalt een enorm speelplezier af van de vier heren, die het schmieren zo nu en dan ook zeker niet schuwen. Tom Audenaert is heerlijk als de joviale, constant zichzelf en zijn bedrijf verkopende Raymond DeMol (wat al begint in het introfilmpje rond de theateretiquette). Voor de dames zijn kleinere rollen weggelegd. Free Souffriau als Barbara , bakker Simonne (Hilde van Wesepoel) en vooral Charline Carysse als Sissi weten wel hun momenten te pakken. De flashbacks met moeder Elisabeth vallen door de andere toon niet helemaal lekker, al valt dat de fraaie vertolking van Goele De Raedt niet aan te rekenen.
Bij het verwerken van bestaande liedjes in een verhaal is het erin passen (of omheen schrijven) natuurlijk een lastige uitdaging. Voor een groot deel is hier gekozen voor de makkelijke oplossing: door er nummers van de band van te maken (zoals Hopeloos), of onderdeel van het BRT-optreden op de kermiskoers (Arme Joe bijvoorbeeld), of door het op te nemen in de finale-medley (o.a. Draai dan 797204). De uitvoeringen zijn uitstekend (behalve waar dat niet de bedoeling is), en voor de bezoekers die Will Tura niet goed kennen, is het een mooie collectie die de veelzijdigheid van de zanger mooi illustreren.
Het is niet de eerste jukebox-musical die Gert Verhulst schreef, en de ontspannen toon doet ook wel denken aan zijn eerdere ‘Zo Mooi, Zo Blond’. Qua schaal gaat die vergelijking volledig mank. Daar waren geen auto’s, geen groot ensemble en al helemaal geen nagespeelde kermiskoers. Overigens ben ik wel benieuwd hoeveel mensen in de zaal bij het draaien van de hekken door het ensemble ook aan de Urbanus-film ‘Hector’ moesten denken, al wordt wat daar gebeurd hier niet gekopieerd.
Zoals gebruikelijk in dit theater komt het geluid via de koptelefoon, met een klein nadeel (ruim twee uur afgeknelde oren) en veel voordelen. Het geluid is prachtig, en het geluid van meezingende bezoekers wordt grotendeels overstemd door de stemmen die je zou moeten horen.
Vergeet Barbara mag dan geen musicalhistorie schrijven, maar met een plezant verhaal vol humor, lekkere muziek, met een sterk ensemble (ook qua dans, wat nog niet was benoemd), en behoorlijk wat spektakel is het wel een voorstelling die je met een dikke lach op je gezicht de zaal doet verlaten, en eentje die je je nog tijden zult herinneren.
Foto’s: Bart Meeus