Recensie

Vrolijk met Udo naar New York.

De frisse arrangementen van het werk van Udo Jurgens en het geweldige decor botsen soms wat met de wat oubollige enscenering. Toch is Ich War Noch Niemals In New York het zien zeker waard.

Vier jaar aan voorbereiding ging er aan vooraf, en nu ruim twee jaar geleden ging de voorstelling in première: Ich War Noch Niemals in New York. De eerste volledig eigen productie van Stage Entertainment Duitsland speelt nog enige maanden in Hamburg, en zal daarna verhuizen naar Stuttgart. Het succes zal daar ongetwijfeld volgen.

De basis van de voorstelling is het liedjesrepertoire van de inmiddels 75-jarige Udo Jürgens. Bijna een halve eeuw geleden won hij het Eurovisie-songfestival met Merci Cherie, en is vooral in het Duitstalige gebied nooit meer weg geweest. Een schlagerzanger, ja, maar wel eentje met zowel humor als maatschappijkritiek. En zodanige teksten dat er een musical mee gemaakt kan worden.

Het verhaal van Ich War Noch Niemals in New York is betrekkelijk simpel, en valt in categorie Love Actually of Alles is Liefde. Liefde speelt een essentiële rol. Als Marie en Otto als bewoners van een bejaardentehuis weer eens gekleineerd worden, besluiten ze een cruise te boeken en het huis te ontvluchten. Ze zijn nogal op elkaar gesteld en geen van beiden is ooit in New York geweest. Als dit wordt ontdekt door de directrice worden de dochter van Maria en de zoon van Otto op het matje geroepen. Als ze niet binnen een paar dagen terug zijn in het tehuis, worden de kamers aan een ander vergeven. Lisa is een tv-presentatrice, die kans maakt op een belangrijke prijs, en van nature een workaholic is en derhalve voor niets anders tijd neemt dan haar werk. De gescheiden Otto heeft toevallig deze dagen zijn zoon Florian onder zijn hoede. De dreiging dat ze binnenkort opgescheept zullen zitten met hun ouder is voldoende voor een speurtocht. En als blijkt dat ze de cruise hebben geboekt, boeken zij ook een kamer op het cruiseschip, de peperdure honeymoon-suite. In de haven aangekomen blijkt het schip al vertrokken. Dat wordt dus gedrieën met de jeep naar Genua, waar het schip de volgende stop zal hebben. Door een naamsverwisseling zijn de oudjes inmiddels in de honeymoon-suite beland. Als in Genua allen aan boord zijn, inclusief een deel van Lisa’s team wordt het voor iedereen tijd om keuzes te maken.

De voorstelling is, zeker in de eerste acte, een vreemde mix van klassieke vormen en moderne vormgeving. Waar juist de arrangementen fris en eigentijds klinken (wie had kunnen denken bij het horen van de musicalversie van Siebzehn Jahr, blondes Haar al bijna 50 jaar oud is), zitten juist in de choreografie elementen die we kennen uit oermusicals die nog ouder zijn.
De liedjes van Udo Jürgens zijn fraai ingepast in het script. Zoals bij iedere jukebox-musical is dat bij de ene song beter gelukt dan bij de andere, maar een vergelijking met Mamma Mia wordt maar nipt verloren. Soms zijn de teksten wat aangepast om beter in het verhaal en de tijd te passen. Zo is het fraaie “Ein ehrenwertes Haus” niet langer een lied over een ongetrouwd stel dat een huis uit wordt gepest, maar gaat het nu over twee mannen (uit Lisa’s team).
Ook wie denkt niets te kennen van Udo Jürgens zal bij het horen van de liedjes vast een aantal aha-erlebnissen tegemoet zien. “Bleib doch bis zum Frühstück, Griechischer Wein, Schöne Grüsse aus der Hölle en Vielen Dank für die Blumen zullen vele belletjes doen rinkelen, en anders is er natuurlijk nog “Gib’mir deine Angst”, dat we natuurlijk kennen van André Hazes of Guus Meeuwis.

Het meest opvallend zijn de immense decors en decorstukken. Lisa en Otto rijden in een echte jeep, en vooral de vormgeving van het schip is magistraal. Zowel de draaischijf met onder andere de brug van het schip en de honeymoon-suite is geweldig. Dan komt ook nog eens een decor van het totale schip in de loop van het verhaal langzaam voorbij. Zeer spectaculair.

De voorstelling heeft twee gezichten. De eerste akte is alles nog vrij oppervlakkig. Veel comedy met een scene op het schip die veel weg heeft van een deuren-klucht, een zeer grappig filmpje van het rijden op de TomTom richting Genua, en een absurde tropische dans-scene in het reisburo. Ook in de tweede akte is er genoeg te lachen, maar weten ook de serieuzere scenes, die er in de eerste helft ook wel waren, zowaar te raken. Vooral Kasper Holmboe, die Axel speelt, slaagt daar goed in. Ook hoofdrolspeelster Franziska Becker weet comedy met geweldige zang en goed acteerwerk te combineren. Het setje Fred en Costa (Tobias Weis en Ronny Rindler) is zowel zeer geloofwaardig als bijzonder aandoenlijk. Horst Kulmbrein is hilarisch als de stewart: echt heerlijk fout. Helaas blijkt alternate Maria (Carin Abricht) niet in staat zuiver te zingen. Het lekkere “Ich war noch niemals in New York” was niet om aan te horen, en dat is jammer. Ze speelde de rol wel goed. Wat betreft de kinderrol Justin, die nog best wel groot is: ik weet niet hoe ver Duitsland is in de training van musicalkinderen, maar het acteerwerk van de jongen was helaas ondermaats, ongeloofwaardig spel en slecht getimed. Hier lijkt, zeker gezien het feit dat deze jongen al meer dan 2 maanden speelt, voor Stage Duitsland werk aan de winkel.

Gelukkig kan de show leunen op de kwaliteit van de rest van de cast, en een paar geweldige ensemblenummers, die van het podium af knallen. Uiteraard hoort daar het megasucces “Aber bitte mit Sahne”, maar ook het heimweelied “Griechescher Wein” maakt indruk.

Hoewel Hamburg heel duidelijk als stad aanwezig is (van de haven zelf tot in het nummerbord van de auto|) zal de transfer van deze show naar Stuttgart vast weer een succes opleveren. Wie in de buurt komt van een van deze steden als de show speelt zal zich geen buil vallen aan een bezoek aan de voorstelling. Een vrolijk, spectaculair, en soms ook ontroerend spektakel.

Foto’s: Deen van Meer/Stage

09 December 2009
Reguliere voorstelling
Hamburg
Operettenhaus
http://www.musicals.de
udo jurgens, ich war noch niemals in New York, recensie, hamburg, musical, operettenhaus, franziska becker, kasper holmboe, horst kulmbrein, tobias weis, ronny rindler

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen