Wie “What’s eating Gilbert Grape?” zag of las, zal dit niet meteen zien als passend materiaal voor een 8+ theatervoorstelling. De scherpe kantjes van het bronmateriaal zijn dan ook flink bijgeslepen. Veel dramatische gebeurtenissen in het bronmateriaal worden niet benoemd, of gebeuren niet. De voorstelling heeft ook ‘losjes gebaseerd’ te zijn op dit verhaal, en dat maakt dat de negatieve slotervaring mogelijk groter is als je deze bron goed kent. Want daar is het slot een stuk plausibeler, dan de wonderlijke draai die Marije Gubbels ons voorschotelt.
De voorstelling begint met muziek: de jonge Rosa strandt met het muziekgezelschap waar haar moeder in speelt in een onbekende plaats. In de zaal is het al wat onrustig, en op de vraag waar ze beland zijn, roept een bijna volwassen jongen in een supermankostuum dat hij het wel weet: Amsterdam. (Deze première is in de Krakeling in deze stad). Hij loopt richting podium, begeleid door een jongen in een geel trainingspak. Zo maken we kennis met Donnie en Eppie, zijn verstandelijk beperkte broer. Als Rosa hem een druif noemt, reageert Donnie nogal vijandig. Het blijkt zijn achternaam, en die naam is in de buurt eentje die bespot wordt. Waarschijnlijk deels door Eppie, maar zeker ook door zijn moeder, die sinds de dood van haar man het huis niet meer is uitgekomen troost zoekt in eten en vergroeid lijkt met de stoel waar ze inzit. Het blijkt dat het vooral voor Donnie ploeteren is: hij heeft een baantje als pizzabezorger om nog wat geld bij te verdienen, en moet zorg dragen voor het beperkte huishoudboekje. Hij heeft ook nog een spilziek zusje, Ellie, die bijvoorbeeld voor een taart die ze wil bakken de duurste ingrediënten wil gebruiken, waar Donnie bezig is om de kersthagel te sparen omdat die het langst houdbaar is. Eppie wordt bijna 16, en dit is voor Ellie helemaal een stimulans om geld uit te geven, ook omdat ze vindt dat moeder vanuit de huiskamer het feest buiten goed moet kunnen volgen. Een ander probleem: Eppie wil niet in bad en stinkt een uur in de wind. De boel escaleert helemaal als alle problemen samen komen op het moment dat Donnie een moment samen met Rosa wil.
Hoewel de gezinssituatie van Donnie niet te vergelijken is met de mijne, komt de voorstelling al vanaf het begin heel dichtbij. Als broer van een jongen (man inmiddels) met een verstandelijke beperking (of ‘verstandelijk uitgedaagd’, zoals Donnie het benoemt) herken ik veel in wat Donnie overkomt, en zijn emoties. Dat maakt dat ik meer dan de gemiddelde bezoeker het verhaal ook vanuit het perspectief van Donnie beleef. Tegelijkertijd is ook de (angst voor) bespotting die Donnies moeder heeft me niet onbekend. Jip Bartels speelt de rol van Donnie dan ook fenomenaal. Bijvoorbeeld als hij Eppie probeert te temperen in zijn enthousiasme, en zijn reactie op Eppie als het toch wel mag. (wetend dat bij een verstandelijke beperking iets als ‘voor een keertje’ lastig is, en buitenstaanders het juist ‘voor een keertje’ wel, maar vaker minder waarderen). Het spontane gedrag van Eppie, maar ook de afhankelijkheid van anderen, wordt integer en schitterend gespeeld door Korneel DeFrancq. Het risico op overacting is levensgroot, maar die valkuil omzeilt hij prachtig. Dat Donnie en Eppie beiden op hun manier gecharmeerd raken van Rosa is begrijpelijk. Isha Ferdinandus maakt van haar een leuke spontane meid, die ook haar zorgen heeft (met gescheiden ouders en een weinig liefhebbende vader), maar toch anders in het leven staat. Het is een levensvreugde die niet allen op de twee jongens, maar op het hele publiek uitstraalt. Ze speelt echter ook Ellie, het egocentrische zusje van Donnie, waarbij je je wel afvraagt of ze echt alleen maar aan zichzelf denkt, of dat ze ook nog eens bewust haar broer treitert. Ze doet dat zo goed dat je haar met liefde zou wurgen. Dat dit vaak een kostuumwissel oplevert is iets wat je je beseft, maar nergens opvalt. Tenslotte is Jeannine La Rose de vanuit haar stoel dicterende moeder. De nadruk ligt bij haar vooral bij haar onvoorwaardelijke liefde voor Eppie, die haar volgens haar als enige accepteert zoals ze is, en de dwingende toon richting Donnie. Haar tragiek komt wat minder uit de verf, mogelijk ook omdat die alleen uit vertelde gebeurtenissen voortkomt.
De voorstelling is een samenwerking met het Marmoucha Orchestra, wat maakt dat de muziek anders klinkt dan we bij musicals gewend zijn. Piano, viool maar vooral de oed (een Arabische luit) zorgen voor deze aparte klanken, en mede door de composities voelt het vaak wat melancholisch aan. Het past wonderwel bij het verhaal, al zijn niet alle momenten dat de instrumentalisten zich tussen de spelers begeven even effectief. Een enkel keertje voelt dat als een overdosis aan gevoel.
Waar we normaal nooit een ontknoping bespreken, ontkom ik hier ditmaal niet aan, omdat deze juist de totale ervaring bederft. Dat betekent dus het verraden van de plot, dus wil je die niet lezen, dan moet je daarmee hier stoppen. De situatie in het gezin is enorm geëscaleerd dankzij allerhande internetbestellingen van het spilzieke zusje van Donnie. Zij geeft ook geen enkel blijk begaan te zijn met Eppie. Moeder is ondanks allerhande verzoeken al jaren niet het huis uitgekomen en dicteert iedereen vanaf haar stoel. Maar Rosa ontmoet haar, en ineens besluit ze wel uit haar stoel te komen, en naar buiten te gaan, en als klap op de vuurpijl mag Donnie mee op reis, waar ze hem tot dan toe alleen als sloof heeft behandeld. Is dat een happy end, denkend aan Eppie die helemaal niet zonder zijn broer kan en de schuldenlast die niet ineens is verdwenen. Ook zuslief heeft nog geen enkel blijk van de noodzaak tot verandering. Met zo’n 180 graden draai uit het niets kun je zo’n voorstelling echt niet afsluiten.
Ondanks alle inspanningen op het podium, het heerlijke orkest en de fijne, ongebruikelijke muziek (voor een musical) en de cast die uitstekend speelt, kan ik dus niet anders dan een teleurstellend lage waardering uitdelen. Zelfs na een week om dit te laten bezinken, in de hoop dat het oordeel minder hard zou worden.
Foto’s: Bart Grietens