Afgelopen vrijdag werd door Studio 100 de hoofdcast gepresenteerd van ‘14-‘18, de musical die volgend jaar in Mechelen te zien zal zijn. Na een korte inleiding worden de personen en de karakters in de voorstelling voorgesteld door Frank van Laecke, regisseur en co-writer van het stuk. Vervolgens stelt Studio 100 coryfee Kobe (van Herrewegen) nog een aantal vragen.
‘14-‘18 is gepresenteerd als een spektakelmusical, met een tribune die over 150 meter zal kunnen rijden. Regisseur Frank van Laecke verwijst naar de wanddecoratie in danszaal 5 van de studio in Schelle, waar aan de ene kant een somber beeld van een loopgraaf met zandzakjes, en aan de andere kant een fleurig beeld van klaprozen. “Het front is ontegensprekelijk een strijdperk van vele gezichten. En daarom zullen we in deze voorstelling de lichtheid, de vertedering, de humor en de melancholie noch de hunkering schuwen.”
Er is in eerste instantie veel beloofd, maar nog steeds denkt van Laecke dat die woorden waargemaakt kunnen worden.”‘14-‘18 wordt een spektakel in elk facet. Een in België ongezien scenografisch hoogstandje. Een rijdende tribune die als het ware inzoemt of uitzoemt op een actie of op een gebeurtenis. Wat we willen brengen is een unieke belevenis voor het publiek dat zich veeleer zal wanen op een filmset, waar men live heen en weer geslingerd wordt tussen grootse oorlogstaferelen en intieme emotionele sleutelmomenten tussen de hoofdpersonages. Een symfonische partituur van Dirk Brossé die meer dan ooit musical en filmscore vermengt.”
Het is onvermijdelijk als je als scenarist schrijft dat je acteurs in je hoofd hebt. En Studio 100 heeft die suggesties gedeeld.
De generaal is de eerste die wordt voorgesteld. Het personage staat voor het gezag en de onwrikbaarheid van het militaire apparaat. Hij meent het als hij zegt: “Geen schonere dood dan voor hem, die door de vijand wordt geveld. Deze rol zal worden gespeeld door Jo De Meyere.
Op de vraag of hij een gevoel heeft bij deze rol, antwoordt De Meyere. “Absoluut. Discipline is een van mijn sterkste zijden. Autoriteit als het moet, en menselijk als het kan.” Hij speelt met plezier autoritaire rollen. “Ooit sprak hij bij het winnen van een Vlaamse Musicalprijs: Ik kom nog terug naar de musical, want je kunt hier prijzen winnen zonder te zingen. Ik wacht in spanning wat de toekomst zal brengen en ik hoop dat dat heel goed zal zijn.” Hij roemt nog Studio 100 als productiehuis van vertrouwen, en noemt Van Laecke en Brossé mensen van wereldformaat. Toen de rol hem werd aangeboden, hoefde hij het script niet te lezen om deze aan te nemen.
“Zorg dat gij eerst schiet, ‘t is uwe kop of die van de Duitsers.” Met die loopgravenwijsheid stuurt sergeant Dedecker zijn troepen de eerste linie in. Niemand schreeuwt beter die bevelen uit over Flanders Fields dan Peter van de Velde.
Op de vraag of de rol dicht bij hem ligt, of dicht bij de rol van Schmidt in Daens antwoord Van de Velde: Nee, want Schmidt was een klootzak, een mens zonder gevoel, net als Sykes in Oliver, een uitvoerder. Dedecker is een pion in het apparaat van het leger, die uitvoert wat de generaal zegt. Hij zit met hem aan de ene kant en de troepen aan de andere kant tussen twee vuren. Maar geleidelijk aan ziet hij het, en breekt hij wel. Dat zit het in het verlengde van de vaderrol in Ben X, waar je heel klein en emotioneel wordt.
In elke groep zit wel een regelaar, en in elke groep in gevangenschap heeft de regelaar meer macht. De oorlog is een soort gevangenis, waar iedereen ongewild en onschuldig zit opgesloten. Dat is de rol van Hermans, die gespeeld zal worden door Louis Talpe. Hij is niet bij deze presentatie aanwezig.
‘14-‘18 heeft als ondertitel ‘een verhaal van liefde en vriendschap in tijden van oorlog’ Onbereikbare liefde natuurlijk veelal. Tijdens deze onbereikbaarheid zorgden brieven ervoor dat deze nog enigszins geconsumeerd werd. De kersverse moeder Annaschrijft dagelijks een brief naar haar man Jan, en Jan schrijft elke dag aan Anna. Brieven die hun bestemming nooit bereiken, maar toch onontbeerlijk zijn. Anne wordt gespeeld door Free Souffriau. Anna is een sterke vrouw. Ze is slachtoffer van de situatie, maar stelt zich niet zo op. Ze straalt hoop en moed uit tot het eind.
De vraag wordt gesteld of het een voordeel of een nadeel is één van de weinige vrouwen in de cast te zijn: Ik ga mij laten soigneren door al die mannen… Het is geen voor- of nadeel; het klopt gewoon in het verhaal. Het is een mannenverhaal, en ik blij dat ik daar als één van de weinige vrouwen tussen mag staan.
Anna is een kersverse moeder; Souffriau heeft inmiddels ook twee kinderen. “Als je kinderen hebt, en je ziet kinderleed op televisie, raakt je dat als moeder tien keer zo hard. Ook in deze rol ga ik dat zeker kunnen gebruiken; dat gaat vanzelf.
Liefde wordt niet alleen op afstand geconsumeerd, soms werd ze ook aan het front beleefd. Tussen een soldaat en een verpleegster bijvoorbeeld, waar een oorlogswond niet goed voor is. Céline de verpleegster staat haar mannetje in deze machowereld, waar miserie en lach op een bizarre wijze samen gaan. Warm, passioneel, assertief, beschermend en bemind. De rol wordt gespeeld door Maaike Cafmeyer.
Camielis de jongere broer van Jan. Hij is het personage dat in de productie de permanente angst vertegenwoordigt. Angst om te sterven, maar ook angst om te doden, om anderen pijn te doen. Voor wie de ontmenselijking in de strijd nooit een aanvang neemt. “Mijn handen zijn bedoeld om iets te maken, niet on te doden.” Deze 17-jarige wordt gespeeld (na een onwaarschijnlijk goede auditie) door Lander Depoortere (19).
Voor hem is het een droom die uitkomt. Van kleins af aan is hij gepassioneerd door muziek en theater. Toen hij Daens zag was hij zo verkocht en hoopte hij ooit in zoiets te mogen staan. Depoortere speelt nu in Muerto.
De vriendschap ten tijde van oorlog wordt gespeeld door drie jonge kerels, die elkaar vanaf de wieg al hebben leren kennen. Onafscheidelijk, onvoorwaardelijk. De chemie moet van de bühne spatten. Voor de rollen van Jan, Fons en Albert zijn drie acteurs gecast die in het dagelijkse leven boezemvrienden zijn. Jelle Cleymans, Jonas van Geel en Bert Verbeke.
Verbeke geeft aan heel blij te zijn dat ze dit met hun drieën kunnen doen. Ze zien elkaar veel in het dagelijks leven en delen ook de leuke, maar ook minder leuke dingen.
Op de vraag hoe ze zich gaan voorbereiden op deze fysieke musical antwoordt Verbeke: Ik loop veel in het dagelijks leven. Ik loop graag. Van Geel over de kennis van de thematiek van wereldoorlog 1: ik ben op dit moment in Vlaamse Velden aan het draaien, dus ik kom eigenlijk rechtstreeks uit de loopgraven. Nadat ook Jonas had aangegeven graag te lopen, blijkt Cleymans geen enthousiast loper. “Ik zwem heel graag, dus ik hoop dat ze ook onder water gaan zitten.”
Cleymans heeft in deze musical wederom een relatie met Free Souffriau: “Dat is niet spelen he, dat is als thuiskomen. We hebben vier, vijf jaar geleden in Daens een koppel gespeeld, daar zat even Robin Hood tussen, toen hebben we het wakker gehouden, en nu, derde keer goede keer.