In de Tovertuin, de leefwereld van Woezel en Pip, blijkt de Wijze Varen een tijdmachine te hebben gemaakt. Hij wil daarmee naar de toekomst reizen. Als hij vervolgens nog wat belangrijke spullen gaat halen, verbiedt hij de jonge honden ergens aan te komen. Maar de nieuwsgierigheid krijgt al snel de overhand, zeker bij Woezel en vriendje Charlie, en als er dan ook nog een groen knopje blijkt te zijn, is het voor hen onmogelijk er niet op te drukken. Maar als weer naar buiten komen, blijken ze helemaal geen tijdreis te hebben gemaakt. Hoe gaan ze de Wijze Varen uitleggen dat ze de machine hebben gesloopt? Het besluit is niet: ze gaan gewoon proberen de Wijze Varen voor de gek te houden, al wordt dat best een uitdaging als de Wijze Varen niet naar de toekomst, maar naar de tijd van de dino’s wil teruggaan.
De voorstelling heeft de kwalificatie 2+. Het gekozen verhaal lijkt zeker wat hoog gegrepen voor de ondergrens. Dat wil echter niet zeggen dat zij het niet naar hun zin hebben. Het enthousiasme van de hondjes werkt aanstekelijk, en het live zien van hun helden maakt dat het niet echt uitmaakt wat zich precies op het podium afspeelt.
De poppen van de dieren zijn wat aan de logge kant, maar door de bewegende monden, en veel beweging, komen ze toch tot leven. De tijdmachine is een groot decorstuk, maar blijkt ook nog wat geheimen te hebben. Waar de dino-scene vooral een hoorspel wordt, en wat theater mist, is een latere ridderscene door middel van schaduwspel juist heel creatief uitgevoerd. De liedjes in de voorstelling bevatten klassiekers, zoals de titelsong, maar ook een aantal onbekende, en waarschijnlijk dus nieuwe songs.
Zoals het bij jeugdvoorstellingen gebruikelijk is, is er veel interactie met het publiek, door het stellen van vragen. En net als bij eerdere Woezel en Pip voorstellingen is het energieniveau op het podium erg hoog. Het lijkt wat af te stralen naar de zaal, waar het ook behoorlijk onrustig is. Niet van verveling, maar uit betrokkenheid. Toch lijkt ook deze voorstelling een echt rustpunt te missen.
De vijf acteurs werken zich flink in het zweet (in ieder geval in figuurlijke zin). Sven Stevens heeft als Woezel de meest energieke rol, al kan Charlie, vertolkt door Darren van der Lek er ook wat van. Jacqueline Goedmakers is de Pip van het eerste uur, en kent haar karakter natuurlijk van haver tot gort. Lynn Jansen praat de scenes aan elkaar, en is tevens Buurpoes. De Wijze Varen tenslotte wordt gespeeld oor Matthijs van der Meer.
Woezel en Pip is dus high-energy kindervermaak. Het snoezige uiterlijk zorgt voor een grote aantrekkingskracht. Zodanig zelfs, dat als aan het eind van de voorstelling de kinderen voor het podium mogen staan, sommigen het podium oplopen. De waakzaamheid van de acteurs op dit moment valt op, maar gelukkig blijkt geen van hen zo dicht bij de rand te komen dat ze er vanaf dreigen te vallen.